Rijksmuseum dé toeristische trekpleister van Amsterdam

Rijksmuseum Amsterdam

Vraag een Amerikaan, een Chinees en een Braziliaan naar de belangrijkste Amsterdamse trekpleisters en u zult vier namen om de oren krijgen: The Red Lights District natuurlijk, waar de meeste toeristen spontaan van beginnen te zwijmelen, de grachtengordel, met zijn romantische tochtjes en luxueuze salonboten, en de befaamde/beruchte coffeeshops, waar liefhebbers van marihuana hun hart aan op kunnen halen.

Maar al deze Amsterdamse iconen vallen in het niet bij de laatste naam, want het Rijksmuseum is voor de miljoenen toeristen die jaarlijks in hun auto of het vliegtuig stappen eigenlijk de enige reden waarom ze überhaupt een ticket naar Amsterdam hebben geboekt.

The Red Lights District is een leuk extraatje, een grappige ervaring waar je, je vrienden later over kunt vertellen, het Rijksmuseum is echter een intensivering van alle eerder genoemde gevoelens: je kunt zwijmelen bij de mooiste schilderijen, wegdromen bij de romantische vergezichten, en ronduit genieten van de elegante, gevarieerde selectie die de bezoekers jaarlijks wordt aangeboden.

Alles komt samen in deze once in a lifetime experience, die u overigens naar believen kunt herhalen. Hieronder vindt u de belangrijkste weetjes over het Rijksmuseum, van zijn totstandkoming eind 19e eeuw, tot de situatie vandaag de dag.

Geschiedenis Rijksmuseum

Het Rijksmuseum bevindt zich in Amsterdam-Zuid, precies tussen de Stadhouderskade en het Museumplein. Samen met het Paleis op de Dam en andere iconische Amsterdamse gebouwen vormt het Rijksmuseum het hart van de stad. Erg moeilijk om te vinden is het dus niet en anders kun je het wel herkennen aan de grote groepen mensen die voor de ingang staan te wachten.

Wanneer is het Rijksmuseum nu precies gebouwd, en was het in de 19e eeuw ook al zo populair? De oorsprong van het Rijksmuseum gaat terug op de kunstverzameling van de stadhouderlijke familie. Zij hadden, gedurende verschillende eeuwen, een grote collectie aan waardevolle kunstwerken (zoals de Nachtwacht) opgebouwd, maar met de oprichting van de Bataafse Republiek in 1795 moesten de stadhouders vluchten en bleven hun bezittingen veelal onbeheerd achter.

Een groot deel hiervan werd door de Fransgezinde Bataven naar Parijs overgescheept, maar toch is een deel voor het vaderland bewaard gebleven en het zijn deze stukken waar het huidige Rijksmuseum de kern van zijn collectie aan dankt. In de daaropvolgende 90 jaar, van 1795 tot 1885, werden deze kunstwerken ondergebracht in verschillende musea, waaronder een bovenverdieping van het Paleis op de Dam en het Trippenhuis, aan de Kloveniersburgwal in Amsterdam.

Pas in 1885, met de bouw van een volledig nieuw complex, kreeg de Nederlandse kunstwereld een centrale plaats waar de belangrijkste werken tentoon konden worden gesteld. De belangrijkste kunstwerken zijn sindsdien in het Rijksmuseum gebleven, hoewel een deel van de collectie tijdens de Tweede Wereldoorlog in veiligheid moest worden gebracht, om ze uit handen van de nazi’s te houden.

Ontwerp van het Rijksmuseum

Het uiterlijke ontwerp van het Rijksmuseum toont grote overeenkomsten met andere klassieke Amsterdamse gebouwen, zoals bijvoorbeeld het Paleis op de Dam. Dat is ook geen verassing, want de meeste gebouwen dateren uit een periode waarin renaissancistische en neogotische stijlen erg in zwang waren.

De architect, P.H.J. Cuypers, die ook het Amsterdams Centraal Station heeft ontworpen, heeft het gebouw dan ook voorzien van een rijke decoratie en talloze verwijzingen naar het vaderland. De laatste jaren is het Rijksmuseum bovendien grondig gerestaureerd, voornamelijk om schadelijke stoffen te verwijderen en de aanwezige ruimte zo efficiënt mogelijk te benutten.

Een aanpak die klaarblijkelijk gewerkt heeft, want sinds de heropening is het aantal bezoekers met bijna 30 procent gestegen, van 2,2 miljoen naar 2,7 miljoen per jaar!

Rijksmuseum collectie

De collectie van het Rijksmuseum is onderverdeeld in vier verschillende categorieën. Allereerst heb je de Beeldende Kunst, die bestaat uit Schilderijen, Beeldhouwkunst & Nijverheid, en Aziatische Kunst. Ten tweede is er het Rijksprentenkabinet (tekeningen, prenten en foto’s) en vervolgens het onderdeel Geschiedenis.

De collectie schilderijen is, voor de meeste bezoekers, natuurlijk het hoogtepunt. Het betreft hier een verzameling van de Nederlandse kunst uit de 15e eeuw tot de 19e eeuw. Meesterwerken zoals Rembrandt’s De Nachtwacht, Vermeer’s Het Melkmeisje, en Het Huwelijksportret van Frans Hals behoeven eigenlijk geen introductie.

Het Rijksmuseum biedt de mogelijkheid uren naar deze meesterwerken te kijken, in een prettige, rustgevende ambiance

Toch is er, voor liefhebbers van buitenlandse kunst, ook nog een aanzienlijke Aziatische collectie, waarin voornamelijk Chinese, Japanse, Indiase en Indonesische objecten een hoofdrol spelen. Wilt u de Gouden Eeuw vanuit een Aziatisch oogpunt bekijken dan is deze collectie het aangewezen punt om te beginnen. Daarnaast heeft het Rijksmuseum ook een uitgebreide selectie aan iconische prenten, van de hand van grootmeesters zoals Rembrandt, Pronk en Mesdag.

Tot slot is ook de aanzienlijke Geschiedkundige collectie de moeite waard om te bekijken. Talloze voorwerpen, zoals wapens, scheepsmodellen, gouden munten en kostuums geven de bezoeker een ragfijn beeld van het leven in de Vroegmoderne Periode.

Be the first to comment

Leave a Reply